[waa-301] | Iemand knollen voor citroenen verkopen |
[waa-302] | Geen rook zonder vuur |
[waa-303] | Waar een klokje luidt, staat een kapel |
[waa-304] | Ieder "waarom" heeft zijn "daarom" |
[waa-305] | Men moet geen oude koeien uit de sloot halen |
[waa-306] | Veel koeien, veel moeien |
[waa-307] | Men noemt geen koe bont, of er is een vlekje aan |
[waa-308] | Men weet nooit hoe een koe een haas vangt |
[waa-309] | Het zijn niet allen koks, die lange messen dragen |
[waa-310] | Teveel koks verzouten de brei |
[waa-311] | De geit en de kool sparen |
[waa-312] | Een stuk in de kraag hebben |
[waa-313] | Eén bonte kraai maakt nog geen lente |
[waa-314] | Eén zwaluw maakt geen zomer |
[waa-315] | Het kuiken wil wijzer zijn dan de kip |
[waa-316] | Men kan geen twee dingen tegelijk doen |
[waa-317] | Met lenen maakt men vijanden |
[waa-318] | Zo arm als een kerkrat |
[waa-319] | Bont en blauw zijn |
[waa-320] | Hij kreeg van hetzelfde laken een pak |
[waa-321] | Tegen de lamp lopen |
[waa-322] | 's Lands wijs, 's lands eer |
[waa-323] | Leer om leer |
[waa-324] | Lest best |
[waa-325] | Hij liegt, of het gedrukt staat |
[waa-326] | Die dan leeft, die dan zorgt |
[waa-327] | Oude liefde roest niet |
[waa-328] | Na lijden komt verblijden |
[waa-329] | Langzaam aan, dan breekt het lijntje niet |
[waa-330] | Het is lood om oud ijzer |
[waa-331] | De laatste loodjes wegen het zwaarst |
[waa-332] | Hij heeft zijn verdiende loon |
[waa-333] | Er is er bij hem één op de loop |
[waa-334] | Macht gaat boven recht |
[waa-335] | Hongerige magen hebben geen oren |
[waa-336] | Met man en muis vergaan |
[waa-337] | Een man, een man, een woord, een woord |
[waa-338] | Hij is van alle markten thuis |
[waa-339] | Er dienen geen twee grote masten op een schip |
[waa-340] | Hij heeft zijn meester gevonden |
[waa-341] | Bergen ontmoeten elkaar niet, maar mensen wel |
[waa-342] | Beter kleine meester dan grote knecht |
[waa-343] | Kosten noch moeite sparen |
[waa-344] | Dat is verloren moeite |
[waa-345] | Gods molen maalt langzaam maar zeker |
[waa-346] | Zij is niet op haar mondje gevallen |
[waa-347] | Die teveel wil hebben, laat het al vallen |
[waa-348] | Die te wijd gaapt, verstuikt de mond |
[waa-349] | Gelijke monniken, gelijke kappen |
[waa-350] | Stelt niet uit tot morgen, wat ge heden doen kunt |
[waa-351] | De morgenstond heeeft goud in de mond |
[waa-352] | Bij nacht schijnt alle koren meel |
[waa-353] | Hij viel met zijn neus in de boter |
[waa-354] | In hart en nieren |
[waa-355] | Niets voor niets |
[waa-356] | Nood breekt wet |
[waa-357] | Men moet geen oude schoenen weggooien, voor men nieuwe heeft |
[waa-358] | Nood leert bidden |
[waa-359] | In de nood eet men korsten van pasteien |
[waa-360] | Zeg mij met wie gij omgaat en ik zal u zeggen, wie gij zijt |
[waa-361] | Onbekend maakt onbemind |
[waa-362] | Ondank is 's werelds loon |
[waa-363] | Er is geen ongeluk zo groot, of er komt een gelukje bij |
[waa-364] | Een ongeluk zit in een klein hoekje |
[waa-365] | Men moet een ongeluk geen bode zenden |
[waa-366] | Ons kent ons |
[waa-367] | Voorspoed volgt op tegenspoed |
[waa-368] | Onwetend zondigt niet |
[waa-369] | Willens of onwillens |
[waa-370] | Oog om oog, tand om tand |
[waa-371] | Hetgeen het oog niet ziet, begeert het hart niet |
[waa-372] | Het oog van de meester maakt het paard vet |
[waa-373] | Zoals de ouden zongen, piepen de jongen |
[waa-374] | Overdaad schaadt |
[waa-375] | Met beloften paaien |
[waa-376] | Het beste paard struikelt wel eens |
[waa-377] | Papier is geduldig |
[waa-378] | De pot verwijt de ketel, dat hij zwart ziet |
[waa-379] | Een profeet is niet geëerd in eigen land |
[waa-380] | Men moet geen halleluja zingen voor het Pasen is |
[waa-381] | Verkoop de huid van de beer niet voor hij gevangen is |
[waa-382] | De nacht brengt raad |
[waa-383] | Men moet roeien met de riemen, die men heeft |
[waa-384] | Wie zijn kinderen liefheeft, kastijdt ze |
[waa-385] | Weldoen geeft rente |
[waa-386] | Door schade en schande wordt men wijs |
[waa-387] | Men moet niet oordelen naar de schijn |
[waa-388] | Een schip op het strand is een baken in zee |
[waa-389] | Wie de schoen past, trekke hem aan |
[waa-390] | Wie in het schuitje zit, moet meevaren |
[waa-391] | Die pleit om een koe, geeft er een toe |
[waa-392] | Smaken verschillen |
[waa-393] | De soep wordt nooit zo heet gegeven, als zij wordt opgediend |
[waa-394] | Soort zoekt soort |
[waa-395] | Men eert de boom om zijn vruchten |
[waa-396] | Die roet handelt, maakt zijn vingers vet |
[waa-397] | De slapende wolf loopt geen schaap in de mond |
[waa-398] | Het verstand komt met het ambt |
[waa-399] | Het is kwaad kammen, daar geen haar is |
[waa-400] | De wolf ruit wel van baard, maar niet van aard |