Een verzameling Esperanto Spreekwoorden en Zegswijzen (nl): Spreekwoorden D

[waa-428] Daarover ben ik uitgepraat
[waa-293] Dat hangt mij de keel uit
[waa-466] Dat is een kolfje naar zijn hand
[waa-33] Dat is koren op zijn molen
[waa-344] Dat is verloren moeite
[waa-43] Dat is zijn stokpaardje
[waa-468] Dat is zo zeker als tweemaal twee vier is
[waa-453] Dat is zuinigheid, die de wijsheid bedriegt
[waa-297] Dat raakt mijn koude kleren niet
[waa-115] De aanhouder wint
[waa-81] De appel valt niet ver van de boom
[waa-45] De berg heeft een muis gebaard
[waa-171] De beste breister laat wel eens een steek vallen
[waa-412] De beste stuurlui staan aan wal
[waa-409] De boog kan niet altijd gespannen zijn
[waa-199] De een zijn dood, is de ander zijn brood
[waa-98] De eerste april stuurt men de gekken, waar men wil
[waa-94] De ene dienst is de andere waard
[waa-263] De ene duivel deert de andere niet
[waa-16] De ene kraai pikt de andere de ogen niet uit
[waa-4] De gebraden duiven zullen je niet in de mond vliegen
[waa-311] De geit en de kool sparen
[waa-219] De gekken krijgen de kaart
[waa-77] De gelegenheid maakt de dief
[waa-226] De gestadige druppel holt de steen
[waa-234] De gierigheid bedriegt de wijsheid
[waa-253] De heler is zo goed als de steler
[waa-259] De honger jaagt de wolf het bos uit
[waa-288] De kat de bel aanbinden
[waa-289] De kat uit de boom kijken
[waa-96] De kleine dieven hangt men op, de grote vallen door de strop
[waa-18] De kleren maken de man
[waa-40] De kost gaat voor de baat
[waa-104] De kruik gaat zolang te water, tot zij breekt
[waa-497] De laatste dwaling is erger dan de eerste
[waa-331] De laatste loodjes wegen het zwaarst
[waa-463] De liefde kent vlek noch gebrek
[waa-60] De mens wikt, God beschikt
[waa-351] De morgenstond heeeft goud in de mond
[waa-382] De nacht brengt raad
[waa-109] De ondervinding maakt bekwame mensen
[waa-191] De open deur roept de dief
[waa-465] De oude Adam afschudden
[waa-87] De paarden, die de haver verdienen, krijgen ze niet
[waa-378] De pot verwijt de ketel, dat hij zwart ziet
[waa-397] De slapende wolf loopt geen schaap in de mond
[waa-393] De soep wordt nooit zo heet gegeven, als zij wordt opgediend
[waa-455] De teerling is geworpen
[waa-187] De tijd is de beste medicijn
[waa-496] De verzenen tegen de prikkels slaan
[waa-156] De weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen
[waa-400] De wolf ruit wel van baard, maar niet van aard
[waa-119] De ziekten komen te paard en gaan te voet
[waa-484] Die aan de weg timmert, lijdt veel aanstoot
[waa-406] Die bij de hond slaapt, betrapt zich op vlooien
[waa-326] Die dan leeft, die dan zorgt
[waa-460] Die de glazen gebroken heeft, moet het gelag betalen
[waa-474] Die de pot gebroken heeft, mag hem betalen
[waa-447] Die de waarheid zegt, wordt zelden geherbergd
[waa-483] Die een penning niet acht, krijgt over een gulden geen macht
[waa-391] Die pleit om een koe, geeft er een toe
[waa-396] Die roet handelt, maakt zijn vingers vet
[waa-112] Die slapen onder dezelfde deken, krijgen dezelfde streken
[waa-348] Die te wijd gaapt, verstuikt de mond
[waa-347] Die teveel wil hebben, laat het al vallen
[waa-220] Die tot de galg geboren is, verdrinkt niet
[waa-129] Dien God bewaart, is wel bewaard
[waa-167] Door de bomen het bos niet zien
[waa-386] Door schade en schande wordt men wijs
[waa-437] Door vragen wordt men wijs
[waa-194] Driemaal is scheepsrecht
[waa-488] Dronken mensen zeggen de waarheid