Ga tot de mieren, gij luiaard, zie haar wegen en wordt wijs | |
Gedachten zijn tolvrij | |
Gedane zaken nemen geen keer | |
Gedeelde smart is halve smart | |
Geduld overwint alles | |
Geeft de keizer, wat des keizers is | |
Geeft men hem de vinger, dan neemt hij de gehele hand | |
Geen haar zo klein of het heeft ook zijn schaduw | |
Geen pot zo scheef, of er past een deksel op | |
Geen rook zonder vuur | |
Gekken en dwazen schrijven hun namen op ruiten en glazen | |
Gekken grijzen niet | |
Geld baart onrust | |
Geld is geld | |
Geld lenen breekt vriendschap | |
Geld maakt vrienden | |
Geld wil bij geld zijn | |
Gelijk men zaait, zo zal men oogsten | |
Gelijke monniken, gelijke kappen | |
Geluk en glas breekt men even ras | |
1698 1879 |
Gestolen goed gedijt niet |
Gewoonte is een tweede natuur | |
God slaat niet of hij zalft | |
Gods molen maalt langzaam maar zeker | |
Goed ingespannen is half gereden | |
Goede wijn behoeft geen krans | |
Goede woorden kosten geen geld | |
984 | Goedkoop is duurkoop |
Gunst baart nijd |